Er zijn meerdere omstandigheden, die dezelfde imprint geven. Er worden hier dus ook omstandigheden genoemd die niet op jou van toepassing zijn geweest, maar het gaat om de gemeenschappelijke imprint die is ontstaan.
Een baby heeft de behoefte om als eerste het initiatief te nemen om zijn eigen geboorte in gang te zetten. Als een baby niet in zijn eigen tijd geboren mag worden en er een moment is bepaald waarop de baby geboren gaat worden, kan hij dus niet in deze behoefte voorzien.
Er is natuurlijk een goede reden voor geweest waarom er besloten werd om jouw geboorte in gang te zetten. Die reden kennen is belangrijk om de impact van het inleiden op jou dan beter kunt begrijpen. Was er een medische noodzaak is? Is het in het belang van zowel je moeder als jou geweest dat de bevalling werd opgewekt? Was het het lichamelijk of emotioneel voor je moeder niet meer vol te houden om te wachten op het moment dat jij zelf initiatief nam om geboren te worden?
.
Wat de reden ook is geweest, kunstmatig opgewekte weeën komen bij een baby als zeer onverwacht en overrompelen hem compleet. Het is ongeveer hetzelfde effect als dat jij lekker in bed ligt te slapen en dat vanuit het niets je deken eraf getrokken wordt en je flink gewekt wordt door trillingen en harde geluiden. Dan schrik je je kapot, nietwaar?!
Vanuit deze overrompeling had je niet de mogelijkheid om je voor te bereiden op de situatie en het lukte jou waarschijnlijk niet om samen te werken met de weeën die inmiddels waren gestart. Je probeerde jezelf staande te houden en bent hard op zoek gegaan naar de verbinding met je moeder, om je veilig te voelen. Een baby die wordt ingeleid kan echt het gevoel hebben “te verdrinken”; omdat de weeën onnatuurlijk krachtig zijn en elkaar té snel opvolgen. Hij verliest hiermee volledig de regie
over zijn geboorte en kan tussen de weeën door amper bijkomen. Terugkerend dromen op latere leeftijd dat je verdrinkt, kan hiermee te maken hebben.
Kunstmatig opgewekte weeën zorgen ook bij moeder vaak voor zeer intense weeën die maar doorgaan en doorgaan. De kans is groot dat de pijn en de hevigheid van deze weeën voor jouw moeder niet goed op te vangen waren, en had ze de handen vol aan zichzelf om zich staande te houden tijdens de bevalling. Je kan je voorstellen dat zij de verbinding met jou
dikwijls verloor. Dat is voor jou extra overweldigend geweest, want jij was al zo hard op zoek naar de verbinding met je moeder door het onverwachts inzetten van de bevalling, en dan voelde je de aanwezigheid van je moeder ook nog eens niet.
Een ingeleide geboorte betekent dat je geen eigen initiatief hebt kunnen nemen én onder druk moest presteren. Dat heeft zijn sporen nagelaten in jouw leven. ledere baby heeft namelijk de behoefte om zijn eigen geboorte te initiëren en om zijn geboorte in zijn eigen tempo en op het moment waarop hij eraan toe was, te kunnen voltooien.
Waarschijnlijk herken je jezelf er (voor een deel) in dat:
– Je je gauw opgejaagd voelt,
– Je (erg) opstandig kan zijn,
– Je een hekel hebt aan autoritaire figuren,
– Je bekend kan staan voor ‘het meestal te laat komen’,
– Je moeite hebt om aan iets te beginnen ( je hebt hulp nodig, maar wilt dit eigenlijk
niet),
– Je niet goed tegen control freaks kunt, (maar je dit zelf misschien ook wel bent
geworden),
– Jouw spiertonus (=spierspanning) altijd verhoogd is (doordat de baarmoeder van je
moeder tijdens de bevalling ook amper de tijd had om te ontspannen),
– Je je onder druk niet goed voelt.
De hang en behoefte naar autonomie, verbinding en je eigen tijd en tempo mogen bepalen
zijn bij jou waarschijnlijk groot. Geen gevoel van overweldiging meer, maar gevoelens van
controle, eigen keuzes mogen maken en zelf initiatief mogen nemen, mogen in jouw leven
niet ontbreken. Dit zijn voortvloeiende behoeftes van het feit dat jouw geboorte werd
ingeleid.
1. Ik ben zelfverzekerd wanneer ik keuzes maak.
2. Ik kom voor mijn eigen mening uit.
3. Ik heb niemand nodig om mijn eigen keuze te maken.
4. Ik sta volledig in verbinding met mijn eigen verlangens.
5. Ik uit mijn emoties, zodat anderen weten wat er in mij omgaat.
6. Ik neem initiatief om mijn doel te bereiken.
1. Ik laat alles op mij afkomen.
2. Ik mag voorop lopen en anderen mij laten volgen.
3. Ik ben verantwoordelijk voor mijn eigen doen en laten.
4. Ik leef bewust in het hier en nu.
5. Ik heb zelf de touwtjes in handen.
6. ledere keuze die ik maak, zorgt ervoor dat ik mij gelukkiger voel.
7. Ik mag in plaats van ik moet.